blank image 1 blank image 2
logo

INFORMATIE

English pages
Schrijf ons
Links
Disclaimer


WIST U DAT ?

Broodfokkers
Dermacentor teek
Euthanasie
Reverse Sneezing
De tweedehands hond
Zonnesteek


HISTIOCYTOSE

Histiocytaire Tumoren
Histiocytose bij honden
Histio Lotgenoten
Vragenlijst (download)
Onderzoeksrapport
Histio Forum


IMMUUNSYSTEEM

Auto-immuunziektes

SHELTIES

Corky
Phoebe
Stambomen
Regenboogbrug
Foto en video archief



Een verdeeld huis....

Auto-immuunziektes

Door C.A. Sharp
Originele titel "A house divided"
Geplaatst met toestemming van de auteur.
Vertaald door Mo van den Tillaart
immune

Elk levend wezen, hond, mens of microbe, zal vroeg of laat een keer ziek worden. De oorzaak kan een virus, een bacterie, een verwonding of zelfs ouderdom zijn, maar dat het lichaam van uw hond zichzelf aanvalt en een ernstige ziekte veroorzaakt lijkt bizar. Dit is echter wat er gebeurt bij auto-immuunziektes.

Het immuun systeem is ontworpen voor de jacht op microscopische indringers in het lichaam. De gespecialiseerde immuun cellen jagen in de bloedsomloop op virussen en bacteriën, die zij aan hun niet lichaamseigen proteïnen herkennen, en vernietigen deze indringers. De immuun cellen zijn geprogrammeerd om lichaamseigen proteïnen te herkennen, evenals de proteïnen van de diverse organismen die een rustig leven op of binnen het lichaam leiden, vaak in het voordeel van de gastheer. Maar soms gaat het fout en vallen de immuun cellen één of meer van de lichaamseigen weefsels of één van de goedaardige inwoners aan. De auteur heeft dit persoonlijk ondervonden; haar ogen hebben door toedoen van haar eigen immuun cellen behoorlijke schade opgelopen.

Bij honden worden met toenemende mate auto-immuunziektes gemeld, vooral schildklierafwijkingen. Deze toename is voor een deel toe te schrijven aan de verbeterde veterinaire kennis over dit type ziekte en ook aan de verbeterde technieken om de diagnose te stellen. Omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan giftige stoffen, verkeerde voeding, stress, enz., kunnen een auto-immuunziekte veroorzaken. Maar ook de genetische opmaak van de hond speelt een rol. Het is van groot belang dat alle fokkers zich goed laten informeren over de behandeling en overervingsfactoren van auto-immuunziektes.

Een auto-immuneziekte openbaart zich niet zomaar; het vereist een "trigger", een gebeurtenis die het ziekteproces start. De oorzaak kan een emotionele factor zijn, een andere ziekte, een verwonding, uitputting, stress, blootstelling aan giftige stoffen o.d., of zelfs zo subtiel dat u nooit zult weten wat de auto-immuunziekte heeft veroorzaakt. Soms zal het resultaat van tijdelijke aard zijn en stopt de auto-immuun reactie terwijl het lichaam herstelt om daarna nooit meer terug te keren.

Een voorbeeld hiervan is Demodex, ook wel jonge-honden-schurft genoemd. In mogelijk alle honden leven demodexmijten in de haarfollikels. Onder normale omstandigheden veroorzaken deze mijten geen problemen, maar het komt voor dat puppies klachten krijgen in de vorm van kleine kale plekken op de kop of voorpoten. De meeste dierenartsen zullen de symptomen behandelen, maar ook zonder behandeling gaan de klachten vaak vanzelf weer over. (Er bestaat overigens nog een andere, virale vorm van deze ziekte, welke hieronder wordt besproken.) Demodex ontstaat door de onkunde van een jong immuun systeem,copyscape dat nog moet leren hoe het zijn werk moet doen. Zodra de crisis voorbij is, gaat de ziekte vanzelf over.

Van groter belang, vooral voor de fokker, zijn de genetisch bepaalde chronische vormen van auto-immuunziektes. Die ziektes die, zodra ze zich openbaren, een ernstig gezondheidsprobleem en misschien zelfs levensbedreigend voor de hond zullen zijn.

Terwijl de getroffen honden redelijk symptoom vrij kunnen zijn wanneer de ziekte niet actief is, zal de ziekte regelmatig de kop opsteken waarbij behandeling noodzakelijk zal zijn. Terwijl sommige auto-immuunziektes direkt kunnen worden geïdentificeerd, kan de diagnose van andere juist moeilijk zijn, aangezien de symptomen op weer andere ziektes kunnen lijken. Voor sommige ziektes zijn diagnostische test ontwikkeld, maar niet voor alle. Deze ziektes kunnen niet worden genezen en vereisen een levenslange behandeling voor de betreffende hond. Soms zijn deze ziektes zelfs dodelijk.

Over het algemeen worden auto-immuunziektes behandeld met steroïden. Dit zijn medicijnen die ernstige bijwerkingen kunnen hebben indien ze in hoge dosis en voor langere tijd worden gebruikt. Niet steroïde medicijnen zijn mogelijk niet beschikbaar voor bepaalde auto-immuunziektes. En er kan een moment komen waarop de auto-immuunziektes niet meer op de bestaande medicijnen reageren. Terwijl de auto-immuunziektes zo ernstig kunnen zijn dat de hond er aan overlijdt, kunnen de meeste honden met behulp van het juiste medicijn redelijk comfortabel leven.

Deze erfelijke ziektes openbaren zich gewoonlijk niet totdat de hond volwassen is en in sommige gevallen worden zij pas op latere leeftijd ontdekt. Het kan dus gebeuren dat de ziekte pas de kop opsteekt wanneer er al met de hond gefokt is.

DE BELANGRIJKSTE FACTOREN
Theoretisch gezien, kan elk lichaamsstelsel of -weefsel ten prooi vallen aan een auto-immuunziekte. In de praktijk zijn er echter bepaalde ziektes die vaker voorkomen dan anderen. Hieronder zijn enkele van de meer algemene ziektes. Men moet er rekening mee houden dat sommige hondenrassen door hun erfelijke opmaak vaker het slachtoffer worden van bepaalde ziektes die eigenlijk als zeldzaam worden beschouwd.

Schildklierafwijkingen zijn de meest gemelde auto-immuunziektes bij honden, zowel onder rashonden als de bastaarden. De langzame, en uiteindelijk totale, vernietiging van de schildklier kan een grote verscheidenheid aan symptomen bij het slachtoffer veroorzaken, zoals in het bijzonder haarverlies, een dikke olieachtige huid, zwaarlijvigheid en loomheid. Minder vaak komen andere problemen voor, zoals voortplantingsproblemen, epilepsie en hoornvlies dystrofie. In sommige gevallen zullen deze honden geen van de "klassiekere" symptomen van een trage schildklier vertonen. Bovendien kunnen al deze symptomen ook door andere ziektes worden veroorzaakt; daarom is het noodzakelijk dat de hond grondig door een dierenarts wordt onderzocht, zodat de juiste behandeling kan worden gegeven.

Bloedonderzoek kan helpen om de diagnose te stellen en om mogelijke dragers van deze ziekte te identificeren. Maar de onderzoeken zijn niet waterdicht en zullen met tussenpozen moeten worden herhaald.

Lupus komt in twee vormen voor. De minst erge is de discoïde lupus, een huidziekte die haarverlies en een korstige, irritatie van de huid, gewoonlijk in het gezicht en op het hoofd veroorzaakt. De discoïde lupus kan aan de ernstigere, systemische ziekte, lupus erythematosus (SLE) voorafgaan. Honden met SLE lijden aan een verscheidenheid van problemen. Andere auto-immuunziektes, met inbegrip van hemolytische anemie en trombocytopenie, kunnen een symptoom van Lupus zijn. De ernstige gevallen kunnen fataal zijn.

Gegeneraliseerde Demodex. Soms is het immuun systeem van een hond niet opgewassen tegen de aanwezigheid van demodexmijten en zal het daar herhaaldelijk op reageren, met kale plekken die zich over het hele lichaam verspreiden. Onbehandeld kan het volledige huidoppervlak aangedaan worden met ernstige secundaire bacteriële besmettingen. Een ellendige en mogelijk dodelijke toestand. De diagnose wordt gesteld op de verschijning van huidletsels en de anamnese. Er zijn geen onderzoekstests.

Myasthenia Gravis (MG). Bij deze ziekte richt het immuun systeem zich op het signaal van de zenuw naar de spier. Honden met MG worden snel moe en kunnen om onduidelijke reden struikelen. Zij hebben vaak ook megaesophagus (verwijding van de slokdarm). Door te veel lichaamsbeweging kan de hond instorten en ernstige aanvallen kunnen op vergiftigingsverschijnselen lijken. De ziekte kan uit het niets ontstaan, maar aannemelijker is dat deze ziekte erfelijk is. Er is geen onderzoekstest.

Andere, minder vaak voorkomende, autoimmuun ziektes zijn Pemphigus (een zeldzame blaarvormende ziekte), Uveodermatologic Mellitus Syndroom (van vogt-koyanagi-Harada) (verlies van pigment), Ziekte van Addison (onvoldoende werking van de bijnierschors), Idiopathische Trombocytopenische Purpura (hemofilie), Diabetes (suikerziekte), Glomerulonephritis (ontsteking van de vaatkluwens in de nierschors) en Grave's Disease (te snelle schildklier).

GENETISCHE OPMAAK
Een chronische auto-immuunziekte is genetisch bepaald. Om zo'n ziekte te krijgen moet de hond drager zijn van het betreffende gen en moet hij worden blootgesteld aan een zogenaamde 'trigger'. Het is mogelijk dat een hond met de erfelijkecopyscape aanleg voor een chronische auto-immuunziekte deze ziekte nooit ontwikkelt doordat de 'trigger' uitblijft.

De manier van overerving van deze ziektes is nog niet volledig bekend. Het is erg ingewikkeld en waarschijnlijk zijn er meerdere genen bij betrokken. Het immuun systeem wordt bestuurd door een groep genen die dicht bij elkaar op één enkel chromosoom ligt en die we de Major Histocompatability Complex (MHC) noemen. Normaal gesproken mengen de genen zich voordat ze worden doorgegeven, maar het lijkt er hier op dat de MHC genen als groep worden doorgegeven. De MHC genen zijn bijzonder omdat ze erg van elkaar verschillen. Ze hebben soms meer dan 100 verschillende vormen en muteren ook gemakkelijk.

Deze extreme polymorphism is ongebruikelijk in genen. De biologische systemen zijn nogal conservatief en beperken de vraag naar energie en andere hulpbronnen tot een minimum. Des te eenvoudiger het systeem, des te minder de kans op een defect. Waarom zijn de MHC genen dan zo ingewikkeld?

Het immuun systeem moet in staat zijn om zeer uiteenlopende besmettelijke indringers te vernietigen. Een handjevol alleles (verschillende versies van een gen) zullen niet flexibel genoeg zijn om de constante aanval van ziekteverwekkers te weren. Elk individu erft twee kopieën van de MHC, de zogenaamde haplotypes. In de meeste gevallen zal elk haplotype van de andere verschillen. Zodoende verhoogt het de kans dat het immuun systeem van de hond in staat is zich tegen iedere indringer te weren. Bij inteelt stijgt de kans dat beide ouders identieke genen binnen de MHC doorgeven aan hun nageslacht. Deze situatie vermindert het vermogen van het immuun systeem om efficiënt te reageren op een aanval.

Voeding kan de effectiviteit van het immuun systeem ook beïnvloeden. Tekorten aan Vitamine E of het mineraal Selenium kunnen leiden tot een verzwakt immuun systeem. Deze stoffen beschermen het lichaam namelijk tegen vrije radicalen. Als uw hond ouder wordt, wordt hij vatbaarder voor vrije radicalen. De juiste hoeveelheden Vitamine E en Selenium in het voedsel kunnen het immuun systeem helpen, vooral bij honden die ziek of oud zijn.

Het meeste commerciële hondenvoer en rauw voedsel hebben voldoende Selenium maar bevatten mogelijk te weinig Vitamine E, zodat aanvulling noodzakelijk is. Overigens kan ook een teveel aan selenium ongezond zijn, volg daarom professionele raad op en lees de gebruiksaanwijzing op de verpakkingen zorgvuldig.

Maar wat de voedingssituatie ook is, de MHC combinatie moet genetisch verschillend zijn anders kan het zijn werk niet doen. Zonder variatie binnen zijn MHC zal de hond makkelijk ziek worden en als die ziekte ernstig genoeg is, zelfs sterven. Als er maar een paar haplotypes MHC in een ras of soort zouden bestaan, bestaat de kans dat de totale populatie een epidemie niet overleeft. Het antwoord van de natuur op deze uitdaging is polymorfisme (veelvormigheid). Een epidemie zal waarschijnlijk alle individuen doden die niet de correcte MHC combinatie hebben om de ziekte te bestrijden. Zo'n epidemie kan zelfs een groot deel van de bevolking doden, zoals dat bij de mens is gebeurd met de builenpest, maar enkele individuen zullen het overleven zodat de soort blijft voortbestaan.

De huidige hondenrassen zijn geen natuurlijke soorten. Zij zijn kunstmatig geselecteerd om aan de menselijke behoeften te voldoen. In recente decennia heeft deze selectie voor erg veel inteelt gezorgd, vooral in showrassen of showlijnen. Het regelmatige gebruik van populaire dekreuen over meerdere generaties kan de MHC diversiteit verwoesten. Aangezien elk individu slechts twee MHC haplotypes kan hebben, zal, wanneer een ras voor een groot gedeelte van slechts enkele honden afstamt, de huidige populatie niet effectief kunnen reageren op een volgende epidemie. Bovendien zullen vaccins dan weinig effect hebben. Rottweilers, bijvoorbeeld, reageren slecht op parvovaccins. Ze hebben na vaccinatie moeite een goede bescherming op te bouwen tegen deze ziekte, hoewel de nieuwste generatie vaccins veel beter schijnt te zijn.

De genen die auto-immuunziektes veroorzaken zijn niet altijd enkelvoudige entiteiten. Er is een tendens dat meerdere ziektes in dezelfde familie voorkomen. De familie van de auteur is hier een goed voorbeeld van. Zoals eerder vermeld, heeft zij een auto-immuun oogziekte, één van haar twee zusters heeft Lupus, de dochter van haar broer heeft Reumatoïde Artritis en de dochter van haar andere zuster heeft een Spastische Darm (IBS). Blijkbaar zijn de MHC haplotypes die hun ouders hebben doorgegeven erg zwak geweest en sommige van hun kinderen hebben die weer aan hun nakomelingen doorgegeven. Hetzelfde kan bij honden gebeuren. In lijnen of rassen waar veel inteelt (onder inteelt rekenen we in dit geval ook wat fokkers lijnteelt noemen) voorkomt, zullen ook meer auto-immuunziektes voorkomen.

WAT KUNNEN WE DOEN?
Vanwege de ingewikkelde aard van auto-immuunziektes is de totale uitroeiing ervan in de nabije toekomst zeer onwaarschijnlijk. Fokkers zouden dwaas zijn als ze het probleem negeren. De impact op de gezondheid van hun ras kan namelijk gigantisch zijn. En daarom moet de fokker er voor zorgen dat de schade beperkt blijft.

Er mag niet gefokt worden met honden die lijden aan een chronische auto-immuunziekte. Wanneer de ziekte goed op medicijnen reageert moet de fokker zich niet laten misleiden door te denken dat de ziekte genezen is en dus geen probleem is. Als een enkele hond meerdere gevallen van auto-immuunziekte heeft voortgebracht, vooral in verschillende en niet verwante partners, moet overwogen worden deze hond niet meer te gebruiken voor de fok. Ook combinaties van honden die auto-immuunziektes voortbrengen mogen niet worden herhaald. De ouders, nestgenoten of de nakomelingen van aangetaste copyscapeindividuen mogen niet terug op de beïnvloede stamboom worden gefokt. De fokker moet er ook voor zorgen dat een hond met auto-immuunziekte in de familie altijd wordt gekoppeld met een hond wiens familie vrij is van deze ziekte. Er moeten fokparen worden geselecteerd die puppy's voortbrengen met een lager Coëfficiënt van Inteelt (COI) dan dat van de auto-immuun aangetaste familie om zo de verscheidenheid in de MHC combinatie te verhogen. Hoe dichter de relatie tussen een hond en zijn aangetaste familielid, des te meer zorg er besteed moet worden aan de partnerkeuze met betrekking tot deze ziekte. Wanneer er een groot risico bestaat dat een hond een auto-immuunziekte kan ontwikkelen, bijvoorbeeld bij de nakomelingen of nestgenoten van een auto-immuun zieke hond, dan is het verstandig om 3 of 4 jaar te wachten met fokken, zodat het behoorlijk zeker is dat deze hond de ziekte niet zal ontwikkelen.

Over het algemeen zou het overdadig gebruik van populaire honden in het fokprogramma moeten worden vermeden aangezien dit het aantal verschillende MHC haplotypes in de genenpool van het ras of de bloedlijn van de fokker kan verminderen. Het verlagen van de COI's met behulp van een selectiefactor kan ook helpen in het handhaven van de MHC variatie. Voor de meeste rassen zou dit over meer dan 8-10 generaties moeten worden berekend. Vijf of minder zijn ontoereikend om een nauwkeurig beeld van het inteelt niveau van de meeste rassen te geven. Ideaal gezien, zou de COI 5% of minder moeten zijn, maar in sommige rassen en lijnen is dit niet mogelijk, dus elk percentage lager dan dat van de probleemouder zal als een pluspunt moeten worden beschouwd voor die bepaalde combinatie.

Wanneer onderzoekstests beschikbaar komen voor een auto-immuunziekte die vaak in uw ras voorkomt, zou u die ook moeten gebruiken, vooral als die ziekte in de familie van uw hond voorkomt.

Geen enkele fokker kan garanderen dat hij nooit een hond zal fokken zonder auto-immuunziektes, maar met kennis, goede verslaggeving, ijver en vooruitziendheid kan de kans op het krijgen van deze verwoestende en soms fatale ziektes aanzienlijk worden verminderd.


Gelieve deze pagina niet te kopiëren en/of op een andere homepage te plaatsen
zonder toestemming van de auteur. Een link is echter altijd welkom....


C.A. Sharp
Pres. Australian Shepherd Health and Genetics Institute, Inc.
Editor, Double Helix Network News
http://www.ashgi.org

immune

copyscape

top